Insider: de redactie

“Dit seizoen zakte er uitzonderlijk geen ploeg uit derde nationale naar eerste provinciale. Dat betekende bijgevolg ook dat de krachtsverhoudingen op het eerste gezicht niet verstoord werden. Er werd dan ook uitgekeken naar die ploegen die het vorig seizoen goed deden. Kontich, Heikant en Tisselt speelden de eindronde en waren dan ook de logische favorieten bij de start. Maar allemaal lieten ze het om een of andere reden wat afweten. Heikant, dat vorig seizoen op ene punt strandde van de titel, kende mede door het uitvallen van enkele sterkhouders, een rampzalige voorbereiding waarin het zelfs van derdeprovincialers verloor. Hun start van de competitie was even desastreus, hoewel er in sommige wedstrijden ook wat pech bij kwam kijken.  Kontich kreeg een nieuwe trainer, zag zijn topschutter vertrekken en moest wat bouwen, wat ook tijd kostte. En bij Tisselt kon het eigenlijk alleen maar tegenvallen -als he dat zo mag noemen- na drie fantastische seizoenen. Maar halverwege de competitie zitten deze drie ploegen in de top zeven en wie durft hen nu al uitsluiten voor de titel? De ervaring en kwaliteit hebben ze en ze kunnen ook om met de druk, dat hebben ze vorig seizoen bewezen. Maar wie zijn de clubs die de verwachte drie dan vervangen hebben. In de eerste plaat sis er natuurlijk het sprookje van Bevel. In het coronajaar kampioen in tweede provinciale in mineur (want geen feest), het seizoen erop direct gedegradeerd door ene te smalle kern, vorig seizoen kampioen opnieuw kampioen na een spannende strijd met Zandhoven en nu halfweg dus herfstlampioen. Onverwacht? Niet echt, want het is de ploeg met het meeste ervaring, bijna alle spelers hebben in nationale gespeeld, ze spelen al vele jaren samen, ze teren nog op de flow van en hebben ene trainer die weet hoe hij met deze ervaren groep moet omgaan. Of ze kampioen gaan spelen is ene open vraag, maar ze staan er in elk geval het beste voor en hun kern is veel breder dan twee seizoenen geleden. Als Bevel achterom kijkt, ziet het een oude bekende met Zandhoven, de ploeg die hen in het onderling duel versloeg dit seizoen. Twee promovendi op kop in eerste, wat wil dat zeggen? Dat het niveau dit seizoen genivelleerd is, ongetwijfeld. Maar ook dat de tweedeprovincialers goed wisten waar ze aan toe waren. Zandhoven kocht met Destoop een topspits en behield een groot deel van de kern. Ook hier een trainer die na enkele seizoenen bij de club al krediet heeft opgebouwd en een eigen spelstijl er heeft ingebracht. Met slechts zestien tegendoelpunten staat de organisatie er. Zandhoven zou ook wel eens lang kunnen meespelen. Ook Retie is ene verrassende naam dat het verlies van zijn topschutter Dierckx goed opving en met 33 doelpunten ook nu weer een veel scorende ploeg is. Bij de top zeven staat ook nog Antonia, dat eerder geruisloos door de competitie waart met een trainer die niet graag hoog van de toren blaast maar weet dat hij met zijn kern -als er niet t eveel geblesseerden zijn- best lang kan meedoen.

En waar begint de middenmoot? De Kempen wordt overal geloofd voor zijn goed voetbal en staat nu achtste maar mikt hoger. Hoboken,vorig seizoen in tweede, was lang ongeslagen, maar speelde iets te veel – zeven keer-gelijk om een hogere plaats te claimen. Maar qua voetbal hoort het zeker bij de betere ploegen van de reeks. In het tussneseizoen zag het zijn topschutter Owusu naar Berchem vertrekken, maar hierdoor stonden andere spelers op. Ranst , dat een goede start kende, staat tiende met 21 punten en heeft met Yilmaz een garantie op doelpunten. Maar vanaf plaats twaalf wordt het spannend in eerste. Met mogelijk vijf zakkers. Mariekerk-Branst zal zich niet zien als mogelijke degradant, maar presteert heel wisselvallig. White Star kende een geweldige start, verloor dan enkele keren met het kleinste verschil, zag twee wedstrijden uitgesteld en staat plots twaalfde. Maar de vriendenclub uit Turnhout telt slecht vier punten minder dan Heikant en de stress zal er niet snel toeslaan, daar zal de trainer wel voor zorgen. Voor Loenhout telde vorig seizoen alleen maar het behoud en dat lukte, ook dit seizoen is dat de enige ambitie. Tegen de topploegen haalde het al mooie resultaten, maar dat alleen volstaat natuurlijk niet. Ook voor ’s Gravenwezel-Schilde is het behoud het doel. Het zag zijn topschutter laat vertrekken, voerde al ene trainerswissel door en telt nu al zeven punten achterstand op de vierde laatste, makkelijk wordt het niet. Vosselaar moest vorig seizoen tot de laatste speeldag strijden voor het behoud en in het beste geval, lijkt het, gaat dat ook nu zijn lot zijn. In tegenstelling tot vorig seizoen kreeg het nu al heel wat tegenedoelpunten binnen, meer dan twee per wedstrijd en dan wordt het moeilijk. Ten slotte is er nog Ternesse, dat zijn hele ploeg bijna zag vertrekken in het tussenseizoen, resoluut koos voor de jeugd en wist wat het te wachten stond. Na een trainerswissel kwam er opnieuw wat schwung in, maar de degradatie ontlopen zal zeer moeilijk zijn. Maar de tegenstanders zullen de punten niet cadeau krijgen, dat horen we wekelijks.

Op naar het tweede deel van de competitie, niets is beslist, alles nog mogelijk.